Van de steile Elbehellingen naar de roggelelies
De Klötzie is de noordelijke rand van de Drawehn, een oudmorene-landschap dat in de ijstijd is ontstaan en als steile helling in de uiterwaarden van de Elbe eindigt. Tussen de wijngaard in Hitzacker (Elbe) en Drethem biedt deze steile afgrond tal van natuurlijke uitkijkpunten.
Op voornamelijk smalle paden loop je langs de afgrond tot je boven de Tießauer zandgroeve de Osterberg bereikt. De dieper gelegen weilanden bij Tießau vormen met hun door overstromingen beïnvloede flora en fauna een markant gedeelte van deze route.
Vanaf de uitkijktoren Kniepenberg geniet je van een panoramisch uitzicht op het biosfeerreservaat Niedersächsische Elbtalaue en de Drawehn-heuvelrug.
Vanaf Drethem, waar een kleine, bakstenen kerk uit de 18e eeuw met een koperen toren in ui-vorm het dorpsbeeld bepaalt, loopt de weg verder richting zuiden en beklim je de Klötzie via de dorpen Bahrendorf en Wietzetze.
Bijzonder opmerkelijk hier zijn de Leitstader hunebedden: een 50 m lang en op sommige plaatsen 9 m breed graf uit de jongere steentijd – ca. 4.500 jaar oud. Nadat je de spoordijk bent overgestoken, bereik je al snel de kleurrijke schuilhut die de poort naar het roggeleliepad vormt. Tot hier loopt de route evenwijdig met de Drawehn-hoogteweg die onderdeel is van de meer dan 180 km lange Rondwandeling Wendland.
De rogge- of oranjelelie is met name in juni zeer indrukwekkend. Als je de weg verlaat en een stukje over het roggeleliepad wandelt, kun je deze prachtige bloemen bewonderen.
Wanneer je weer op de Klötzie-route bent, loop je verder richting Hitzacker (Elbe) en kom je door enkele dorpen. Je steekt opnieuw de spoordijk over en bereikt bij de uitkijktoren Klötzie weer de steile helling naar de Elbe.